dinsdag 16 maart 2021

Lansier regiment nr 1 1845 deel 2

 Dit is een bewerking van een artikelenserie zoals deze verschenen is in "De Tinnen Tafelronde"


In de eerste aflevering heb ik het schilderen van het paard uit de doeken gedaan, in deze aflevering laat ik zien hoe ik in het algemeen mijn figuren schilder.

Ik heb al diverse lansiers gemaakt: De rode lansier 1815, de lansiers van regiment nr 10 tijdens de Belgische opstand, een lansier 1845 in de blauwe uitmonstering en dan nu (weer) een groene van het eerste regiment.

Het figuurtje is opnieuw afkomstig van onze vereniging. ( helaas niet meer verkrijgbaar) Ik kon er nog net één te pakken krijgen.



 

Deze keer ga ik hem niet veel veranderen, wat ik vaak wel doe. Alleen de snor ga ik extra aanzetten.

De lans wordt voorlopig weggelaten, want het is de bedoeling dat hij het paard bij de teugels houdt.

Als referentie gebruik ik de volgende afbeelding afkomstig uit  collectie van  de New York Public Library

https://digitalcollections.nypl.org/items/510d47d9-550c-a3d9-e040-e00a18064a99





Allereerst krijg het figuur een coating van grijze grondverf. Gewoon uit een spuitbus. Hierdoor blijft de acrylverf van Vallejo later beter zitten.

Daarna krijgt zijn gezicht een grondlaag van Vallejo 70.845 Sunny skin tone met wat 70.877 Gold brown.

Daarna schilder ik het gezicht met olieverf.

Gebruikte kleuren:

Rembrandt transparant oxiderood,

Van Gogh: Paynes grey,

Van Gogh: gebrande Sienna

Van Gogh:Titanium Wit

Winsor and Newton is een heel goed alternatief.

Die hebben ook een studievariant: Winton.

Ik gebruik hoofdzakelijk penselen van Da Vinci junior. Deze zijn van goede kwaliteit en niet al te duur. Ik heb gemerkt dat penselen ontzettend snel slijten  bij metalen figuren. Dan vervang ik liever bij elk figuur de penselen in plaats van met een steeds slechter penseel door te gaan. Marterhaar ed kan prima, maar die penselen vind ik te duur voor dit werk. Hooguit gebruik ik die om kleine details te schilderen.

Als eerste een mengsel van wit met een beetje oxiderood en burned sienna, ook een tipje Alazarin grimson voor het rood. Dun aanbrengen, daarna penseel droogmaken op een doek en daarna de aangebrachte laag uitstrijken. Dit proces herhaal ik diverse malen zodat er uiteindelijk een heel dun laagje overblijft. Tussendoor geen terpentine gebruiken. De kwast moet droog blijven.

Hierna extra accenten aanbrengen in de donkere delen met Sienna en oxyderood.

Hoe dit precies gaat, kan ik moeilijk verwoorden.

Het is oefenen, oefenen, oefenen.

Tip: gebruik de oude plastic 1/32 figuren van Airfix of Matchbox om daarop gezichten te oefenen. Als die mislukken is er geen duur metalen figuur verspild.

Ik leer nog met elk nieuw figuur en ik doe deze hobby al tientalen jaren.

Het valt mij op dat ik veel geschilderde figuren ziet met geschilderde ogen. Ik weet niet wat daarvan de reden is. Ik heb nog nooit een soldaat te velde gezien met wijd opengesprede ogen. Ze lopen buiten in de zon, er bestonden nog geen zonnebrillen, dus de ogen waren eigenlijk altijd toegeknepen.

Ook speelt de schaal een rol. De meeste figuren zijn 1/54. Dat betekent dat je het figuur ziet alsof hij een aantal meters van je af staat.  Alleen bustes van schaal 1/6 o.i.d. mogen realistisch geschilderde ogen hebben. Hoe kleiner de schaal hoe minder oog. Bij mijn 1/72 figuren is het helemaal niet meer zichtbaar.

De ogen van de lansier zijn in het gegoten model heel mooi weergegeven. Dat maakt het makkelijk om met een streepje Payne’s grey de ogen aan te geven. Geen Wit gebruiken!

Onder het oog de oogwallen accenturen  en de oogkas boven het oog met licht en donker zorgt er al voor dat de ogen gaan spreken.




Soms denk ik dat ik alleen maar aan het aaien ben in plaats van verven. Zo subtiel en zachtjes moet je de verf aanbrengen. Het is echt “fijnschilderen op de millimeter”

Pas als het gezicht goed is ga ik verder. Als is de rest van je figuur nog zo mooi geschilderd, als het gezicht niet klopt is het waardeloos. Toeschouwers letten allereerst op de gezichten.

 

In al de jaren dat ik bezig ben met figuurschilderen heb ik veel gekeken naar de grote meesters op dit gebied.

Waar ik het meest door beïnvloed ben zijn Sheppard Paine en Bill Horan. Ik denk dat de meesten onder ons wel eens figuren van deze grootmeesters hebben gezien.

Mijn schildertechniek is drastisch verbeterd na het intensief bestuderen van het werk van Bill Horan en het lezen van zijn artikelen.  Bill Horan gebruikt voornamelijk Humbrol verf. Dat heb ik in het verleden ook gedaan. Mits goed gebruikt kun je ook met Humbrolverf heel goed de kleuren en tinten in elkaar werken. Ik heb eens een Red Lancer zo geschilderd en daarmee de tweede prijs op de IPMS nationals gewonnen.

Omdat de moderne Humbrolverven heel anders van samenstelling zijn geworden, kun je daar bij het figuurschilderen niets mee beginnen. Het droogt nog langzamer en het ergst van alles is dat het niet meer mat opdroogt. Ik gebruik het alleen nog voor een basislaag en dan haal ik met een cocktailprikker de dikke prut onder uit het potje.

Ik heb eerst met Citadelcolors gewerkt. Prima acrylverf. Alleen droogde de verf heel snel op in de potjes. Je werkt met leuke kleuren: Vomitbrown, snotgreen, bonewhite enz.

Tegenwoordig gebruik ik Vallejo kleuren en Revell. Revell heeft een aantal basiskleuren en die dekken goed, drogen mat op. Vallejo heeft vreselijk veel kleuren en droogt mat op als je voldoende water gebruikt. Bij Vallejo is het de kunst om in lagen te werken. Dunne transparante lagen waarbij de onderliggende kleur  meewerkt in de uiteindelijke kleur.

Experimenteren op goedkope plastic figuren is een goede manier om de eigenschappen van diverse kleurschakeringen onder de knie te krijgen.

Wat tips bij het schilderen van dit figuur:

Chapka geverfd met 70.950 Black en 70.953 Flat Yellow// Lufthansa yellow van Revell en een glaceerlaag met Rembrandt olieverf yellow middle

Goudkleur:eerst 70.981 Orange brown, daarover goudkleur 94 van Revell enamel paint. Ik vind de goudverven van Humbrol en Revell enamel het fijnst om mee te werken. Het pigment is volgens mij veel fijner.Voor zilver gebruik ik ook Humbrol

Pluim: basislaag van 70.907 palegrey blue, daarna highlighten met wit. Ik doe diverse transparante laagjes.





Schaduwen in de plooien aanbrengen met het transparante mengsel met wat zwart. Hou het subtiel.

Opliggende delen van de kleding met groen, gemengd met wit doen. Ook weer zo transparant mogelijk. Liever meerdere laagjes dan in één keer een dikke laag.

Her verdere detaileren ga ik niet beschrijven. Veel gaat op gevoel. Zorg voor voldoende kleine penselen, liefst 5/0. Kijk naar fimpjes op youtube van andere figurenschilders. Blijf oefenen en experimenteren.

Schilderen van wit: Ik gebruik nooit puur wit maar een mengel van Bonewhite(Game color 72.034) en 70.918 Ivory. Ook weer diverse laagjes. Highlighten met puur wit. Langs de bovenrand van de riemen trek ik altijd een dun lijntje puur wit. Dit steekt dan mooi af tegen het gebroken wit.

Op de giberne staat het nummer 2, dat schuur ik eraf en vervang dat een Historex nummer 1.

Ook plak ik een extra Historex gesp aan de achterkant.

De broek bestaat aan de binnenkant uit leer. Dat verf ik donkergrijs.

 


Op het originele figuur ontbreken de vangsnoeren, de spiegels en de aiguilettes. Die heb ik gemaakt van koperdraad. Drie draadjes in elkaar vlechten of in elkaar draaien. Ik gebruik geen katoen of iets dergelijks. Het resultaat met koperdraad is veel mooier.

De kinband heb ik ook gemaakt van koperdraad. Eerst heb ik een speld genomen, daar het koperdraad strak omheen gedraaid. Vervolgens voorzichtig van de speld schuiven en met een tangetje plat drukken. Nu lijkt het net schakels van een ketting.



Of alle snoeren correct lopen weet ik niet. Ik kan hier heel moeilijk informatie over vinden. Het is een kwestie van goed kijken op oude prenten, maar dan nog…

 

 

En dan is de lansier klaar.  In de volgende aflevering ga ik het hebben over het maken van een nieuw zadel en het plaatsen op een ondergrond.


 


 


Lansier regiment nr 1 1845 deel 1


(Dit is een bewerking van een artikelenserie zoals die verschenen is in het blad "De Tinnen Tafelronde" nummer 4 2020)

Vorig jaar heb ik de lansier van regiment nr. 2 uit 1845 gemaakt. Dat was in het blauwe uniform. Ik maak hem nog een keer maar dan in de groene uitmonstering.

Dit uniform heb ik ook al eens gemaakt in uitvoering van 1830, de Belgische opstand/. Maar dit figuur heeft de nieuwere vorm van tsjapska.

Omdat ik niet twee dezelfde houdingen wil hebben, maak ik dit figuur staande naast een paard. Zo hoef ik niet te gaan zitten snijden en plakken in de tinnen figuur en staande naast het paard krijgt het toch een andere uitstraling.





Het paard

Deze komt uit mijn Historexvoorraad. Ik heb hem vrij recht – toe-recht-aan gebouwd. Wel lang bezig geweest met vijlen en schuren. De Historexpaarden blinken nu eenmaal niet uit in een geweldige, naadloze pasvorm.

Basisbewerking

Na plakken en schuren eerst een onderlaag van Humbrol licht bruin gegeven en daarna een eerste laar Vallejo acryl: brown sand. (70.876)



En daarna weer schuren en schuren, omdat je door de verflaag de kleinste oneffenheden ziet.

Als alles echt klopt en de naden weggewerkt zijn,, komt er weer een laag brown sand en daarna de eindafwerking met olieverf.

Ik gebruik de volgende kleuren bij dit paard:

Rembrandt transparant oxide rood,

Winsor and Newton  Raw sienna,

Rembrandt transparant oxide bruin

Lucas  Vleeskleur

 

De merken maken niet veel uit. Deze tubes gebruik ik bij mijn andere hobby: kunstschilderen.

Wil je er niet teveel geld aan uitgeven, kies dan voor van Gogh. Mindere soorten ( action, kwantum e.d. werken echt niet!!)

Hoe beter de kwaliteit van je verf, hoe makkelijker het werken ermee lukt.

Uiteraard kan je ook  andere tinten gebruiken. Hangt van het paard af wat je wil maken.

Op internet vind je veel foto’s van paardenrassen. Ik gebruik zo’n foto als referentie


bron:picobellohorses.com)

 

Het paard wordt eerst egaal geschilderd met een mengsel van  Raw sienna, oxide rood en een beetje Vleeskleur.  Niet te dik opbrengen en heel belangrijk…..onverdund. Na op brengen met een zachte grote kwast alles egaal uitpoetsen.

Nu breng ik met Oxidebruin een eerste donkere accenten aan. Op de rug, tussen buik en benen, de nek. Ook dit weer met een droge zachte kwast uitpoetsen( blenden).

 

 

Nu laat ik het paard drogen. Bij olieverf werk je in transparante lagen ( glaceren) en dan is het superbelangrijk dat de lagen echt droog zijn voordat je verder gaat. Dit duurt meestal een paar dagen. Omdat de verf heel dun is opgebracht, duurt het niet zo heel lang.

Ja, maar: olieverf glimt zo”

Dat is een misvatting. Alleen als olieverf te dik is opgebracht en er medium is gebruikt. Omdat de eerste kleurlagen geen olieverf zijn, werk je met transparante lagen olieverf. Die drogen vrijwel mat op.

Is dat niet het geval dan kan je als afsluiting:  “vernis mat á tablaux”van Sennelier gebruiken. Ik verzeker je dat droogt echt mat op.

De gezichten van mijn figuren  worden net zo gedaan. Eerst een grondlaag, dan Vallejo acryl huidskleur, dan transparante laagjes olieverf. Droogt echt mat op.

Afwerking

Na voldoende droging ( mijn paard was de volgende dag al veegdroog) volgt het proces van blenden van kleuren en aanbrengen van accenten.

Gebruikte kleuren:

Payne’s gray van  Gogh olieverf ( een warme kleur grijs)

Burned Umber van Winsor and Newton

Titaniumwhite van Winsor and Newton

En de basiskleuren.

 

Ik kijk goed naar de foto’s van paarden. Let op dat de rug en nek vaak donkerder zijn. Ik gebruik een dun laagje oxidebruin en veeg dat met een zachte kwast weer uit. Ik gebruik hiervoor een dikke zachte kwast. Kwast niet uitspoelen, maar steeds uitvegen op een schone doek. Zo gauw je kwast nat is van terpentine kan je hem niet meer gebruiken voor het blenden.

Detail worden aangebracht met dunne, fijne kwasten en steeds weer uitgepoetst in de ondergrond. Gebruik geen verdunning, maar breng heel dun aan.

Onderste stuk van de benen krijgen een laag payne’s gray en dat wordt naar boven toe in de onderlaag gepoetst.

Kijk weer goed naar foto’s van echte paarden en let op de kleurovergangen bij de hoeven.

De buik krijgt een dun laagje van raw sienna en vleeskleur. Dat weer uitpoetsen naar boven toe. Je ziet nu een verschil in boven en onderkant van de buik en werkt heel realistisch.

Het hoofd wordt met een dunne kwast gedaan. Rond de mond payne’s gray uitwerken in de ondergrond. Highlighten met Vleeskleur. Rond de ogen de hoog liggende delen met vleeskleur highlighten.

Het oog met payne’s gray aanbrengen, daarna bovenste helft van de oogbol een stipje grijs ( payne’s gray met vleeskleur) aanbrengen

Nog een tip: zoals je misschien al opgevallen is gebruik ik hoegenaamd nog geen wit. Wit is namelijk een lastige mengkleur. Het eindresultaat is vaak erg flets. Beter is om een kleur lichter te maken met bv Vleeskleur

De bles op het voorhoofd doe ik met een mengsel van wit met vleeskleur. Die bles moet  wel duidelijk afsteken van de rest.

De manen en staart van dit paard worden gedaan met  Payne’s gray. Maar het hangt van het paardenras af, hoe donker dit moet worden.


Overigens maak ik mij niet zo druk om een ras heel precies na te maken. Ik denk dat militairen toentertijd niet de beschikking hadden over echte raspaarden, of het moesten hoge officieren zijn.

Een gewoon “boerenpaard” lijkt mij realistischer.

Na al dit werk, het paard opzij zetten en goed laten drogen. Leidsels en alle andere zaken worden pas in een later stadium aangebracht.

 


woensdag 3 februari 2021

Hoengsong 12 februari 1951

 De Koreaanse oorlog werd uitgevochten tussen 1950 en 1953. Het Communistische Noord-Korea viel het democratische zuiden binnen. De Zuid-Koreaanse troepen waren geen partij voor de fanatieke Noord-Koreanen. De Verenigde Natie besloten een internationale troepenmacht naar Korea te sturen onder leiding van Amerika. 

Bijna waren de Amerikanen verslagen. Alleen in het uiterste zuidoosten rond  Pusan hield men nog stand.

Gelukkig voor de Amerikaanse bevelhebber MacArthur kregen de Noord-Koreanen last van hun te lange aanvoerlijnen. Hun offensief bloedde langzaam dood. Ook kwamen er steeds meer versterkingen van Amerikanen divisies en eenheden van andere landen van de Verenigde Naties. Met een tactisch geniale zet ( de landing van mariniers bij Incheon in het noordwesten van Korea) en geluk slaagde MacArthur erin om de Koreanen terug te dringen tot aan de grenzen van China.

Jammer genoeg stopte het daar niet. MacArthur zag hierin een kans om de grens over te steken en het communistische China aan te pakken. China voelde die dreiging en greep toen zelf in door  talrijke divisies de grens over te sturen en samen met de Noord-Koreanen werden de Amerikanen en hun bondgenoten weer terug gedrongen tot ver in Zuid-Korea. Er is door MacArthus zelfs voorgesteld om kernwapens te gaan gebruiken. Daarop werd de opperbevelhebber ontlagen.

In de periode die daarop volgde voltrok zich een slepende oorlog, vergelijkbaar met de statische Eerste wereldoorlogen, compleet met loopgraven, bunkers e.d.

In 1951 begonnen de slepende vredesonderhandelingen. Een groot struikelblok was de uitwisseling van krijgsgevangenen. Pas in 1953 kon er een staakt-het -vuren worden afgekondigd ( die nog steeds geldt)

Nederland werd ook door Amerika gevraagd om soldaten te leveren. De regering onder leiding van Drees had hier helemaal geen zin in. Het zou teveel kosten en Nederland bevond zich helemaal in de opbouwfase van na de oorlog. Ook de verloren oorlog in Nederlands-Indië zat de regering dwars. Na zware druk van de Amerikaanse regering besloot de regering tot het zenden van grondtroepen in 1950.

Er melden zich 1670 vrijwilligers en in oktober 1950 werd het Nederlandse Detachement Verenigde Naties opgericht( NDVN)

Het Nederlandse detachement werd uitgerust met Amerikaanse kleding en wapens en viel onder het 38th regiment van de 2nd "Indianhead"Infantry Division(8th Army( van de Amerikanen.

De zwaarste gevechten die de Nederlanders moesten leveren vonden plaats bij Hoengsong en Inje. Bij Hoengsong moesten de Nederlanders de aftocht dekken van de Amerikanen die daar overlopen werden door Chinezen. Bij Hoengsong sneuvelden in februari 1951 15 Nederlanders onder wie de commandant, overste Den Ouden.

Een goed boek om meer te weten over het "vergeten bataljon" Nederlandse militairen in Korea is het boek van Robert Stiphout: De bloedigste oorlog.




Ik wilde een diorama maken van de bittere kou bij Hoengson en daarbij Nederlandse militairen uitbeelden in Amerikaanse uniformen.
Op Pinterest kwam ik een inspirerend voorbeeld tegen, dat heb ik  in min of meer gewijzigde vorm gebruikt.



Ik ben begonnen met het zoeken van de juiste onderdelen in mijn Airfix-Multiposevoorraad om daarmee de basisfiguren te maken. Daarna met Magic-Sculpt de figuren verder uitgewerkt. Dat was een geduldwerk want tussen elke fase had ik een droogtijd.
Uiteindelijk had ik wat ruwe vormen klaar:







Voordat ze de uiteindelijke beschildering krijgen, krijgen de figuren eerst een laagje verdunde Liquid Green Stuff van Citadel en een een basislaag Humbrol green. Daarna is het schuren en bijsnijden om de onregelmatigheden weg te werken.



Afwerking gebeurt met Vallejo acrylverf.



Uiteindelijk krijg je dan deze twee figuren



Ondergrond is gemaakt met karton en Dasklei op een deksel van een jampot. Als sneeuw heb ik magnesiumpoeder gebruikt.

























woensdag 27 januari 2021

Karabiniers van de brigade zware cavalerie van de Nederlandse Armee te Waterloo

 De karabiniers behoorden tot de zware cavalerie en droegen evenals de  kurassiers een helm( casque) , vaak ook een kuras. De bewapening bestond uit een kort geweer, de karabijn. Dit geweer had een betrekkelijke waarde, daar het in galop niet geladen kon worden. In principe was het de bedoeling dat eenmaal de karabijn afgevuurd, de karabinier van zijn paard stapte en verder ging als infanteriesoldaat. ( net als de dragonders).

Het waren vaak grote mannen op grote paarden

De brigade zware cavalerie van de Nederlandse Armee bestond tijdens de slag bij Waterloo uit drie regimenten karabiniers.

Het tweede regiment was het aanvankelijke 1e regiment Belgische karabiniers dat op  7 september 1814 was opgericht.





Bovenstaand figuur stelt een rustende trompetter van het 3e regiment karabiniers voor.

Metalen figuur uit de serie de Nederlandsche Armee bij Waterloo van Jos Fontaine.

Geschilderd met Valejo acryl, schaal  54 mm.


Dit figuur is ook een Karabinier van het derde regiment.



Alle drie regimenten op een rij



vrijdag 22 januari 2021

Vrijheidsstrijder Atjeh oorlog

 De Atjehoorlog (1873-1914

Atjeh geldt als een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Nederlands-Indië. De oorlog in Atjeh was de langste en meest kostbare oorlog die Nederland in Indonesië heeft gevoerd. Er kwamen 60.000 Atjehers om en aan Nederlandse zijde stierven 12.000 soldaten: 2000 in de strijd en 10.000 als gevolg van allerlei tropische ziekten

.Het was een koloniale oorlog die  het Koninkrijk der Nederlanden voerde met in eerste instantie de de zeevaart door de Straat van Malakka te beveiligen tegen de piraten uit Atjeh. Atjeh was eeuwenlang een onafhankelijk sultanaat onder leiding van een Sultan. De straat van Malakka werd een belangrijke vaarroute voor de handelsschepen na de opening van het Suezkanaal.

De Sultan kon weinig uitrichten tegen de Atjeh-piraten die de schepen aanvielen en het Koninkrijk der Nederlanden drong er sterk op aan dat de piraterij zou stoppen. Engeland speelde hierin ook een rol want hun handelsroute liep ook gevaar. Er werd besloten dat heel Sumatra voortaan onder Nederlands gezag viel. De Sultan kon dat niet accepteren, zocht steun bij andere landen en het gevolg was dat Nederland dat weer niet accepteerde.

Atjeh moest onderworpen worden en daar hebben wij heel erg ons best voor gedaan, met alle gevolgen van dien.

1873 verklaarde Nederland de oorlog aan Atjeh en stuurde het KNIL naar Sumatra. Er vond een hevige guerrillaoorlog plaats. Islamitische strijders voerden een "heilige strijd"( Jihad) en waren heel erg fanatiek. Voor hun gevoel streden ze tegen de goddeloze heidenen.


Met de komst van generaal van Heutz nam de strijd een wending. Hij voerde een anti-guerillaoorlog tegen de opstandelingen met behulp van zijn Marechaussees( niet te verwarren met de huidige marechaussee). Ze zijn te vergelijken met de moderne commando's.

Het werd met recht een smerige oorlog en  in 1903 gaf de Sultan zich over. De Atjehers moesten de zgn. Korte verklaring ondertekenen waardoor ze voortaan onderdeel waren van het Koninkrijk der Nederlanden

Bron: Wikipedia, www.schooltv.nl-oorlog in Atjeh




Mijn figuur stelt een vrijheidsstrijder voor zoals die gevochten kan hebben tegen de legers van Nederland. Er is geen sprake van een uniform, wel draagt hij een oud uniformjasje van het KNIL. Hij gebruikt een soort buks. Het figuur is in de basis een figuur van Eric van Helden, ik heb de kleding wat aangepast en een andere arm met veranderd geweer gegeven.


dinsdag 5 januari 2021

Jager Vermeulen Krieger Padri oorlogen 1833

 De Padri-oorlogen bestonden uit een reeks van oorlogshandelingen tussen 1803 en 1837 in West-Sumatra.

De Padri waren Sumatraanse islamisten die de sharia wilden opleggen in de Minangkabau. De traditionele leiders uit de Minangkabau vroegen hulp van het KNIL, dat tussen 1821 en 1837 bij het conflict ws betrokken. De Padri werden in 1837 verslagen en het Nederlandse koloniale gezag verstevigde zijn greep op West-Sumatra.

Vermeulen Krieger leidde het detachement van 112 man sterk uit de belegerde kampong Pisang. De groep volgde een klein en smal bergpad en werd door de Padri's achtervolgd, wier aantal voortdurend aangroeide.

Na een gevaarlijke mars temidden van duizenden opstandelingen, die de uitgeputte manschappen wilden uitmoorden, bereikte het overschot(41 man) de post van Boekit-Koriri.

(Bron:wikipedia en Nederlandsekrijgsmacht.nl)

Het figuur wat ik geschilderd heb, stelt een jager voor tijdens de uitputtende tocht over de bergen en door de passen.

Hij draagt een kort jasje van blauwe stof een een ongebleekte witte broek.

De pompon heeft een groene knop, dat geeft aan dat deze soldaat bij de jagers hoort ( 1e bataljon Lichte infanterie)

Zijn geweer is een jagerbuks.

Geschilderd met Valejo acryl, later voorzien van een matte laag vernis.

Figuur verkrijgbaar bij de Nederlandse Stichting voor Modelfiguren   https://www.modelfiguren.nl








dinsdag 15 december 2020

De Hoedjesman 1817 1/32

 Bij de wederopbouw van de marine na de totstandkoming van het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden in 1815 werd in de organisatie, maar ook in kleding en uitrusting, vaak het Engelse voorbeeld gevolgd.. Onze marinier uit 1817 lijkt dan ook sterk op zijn Britse evenknie, zij het dat de Britten  een rood uniform droegen en de Nederlanders voor een blauw uniform kozen.

Deze figuur draagt de karakteristieke hoed met omgeslagen rand, vandaar de naam: hoedjesman. Het afgebeelde figuur laat een marinier zien, zoals hij het uniform droeg in Indië, waar de marine ondersteuning moest geven.

Figuurtje is ook dit keer van de NSM (https://www.modelfiguren.nl ) en de maker van de tinnen figuur is Eric Heldens.

Beschildering is gedaan met olieverf en Vallejo acrylverf





vrijdag 11 december 2020

Bengaalse lansier 1816-1826

 Op 7 december 1816 komt een compagnie Bengaalse Lansiers, opgericht tijdens het "Engelse tussenbestuur", in Nederlandse dienst als lijfwacht voor de Gouverneur-Generaal.Aan kleding en uitrusting voor dit "gardeonderdeel"werd door het Nederlandse gouvernement veel aandacht besteed.

In 1820 wordt bepaald dat de lansiers gekleed zullen gaan "á la Mameluc", d.w.z. dat de uniformstukken een 'Turks' aanzien in snit en kleur zullen hebben.

Rond 1826 heeft dit uitzonderlijk koloniale onderdeel zichzelf praktisch opgeheven en wel door 'uitsterving', zoals dat toen werd geformuleerd.

( bron:Armamentaria 28)

Dit figuur is weer uit de collectie van deTinnen Tafelronde, gemaakt door Eric Heldens.

Een leuke afwisseling tussen al het blauw.





woensdag 2 december 2020

Knil actie Lombok 1894

 Dit vignetje is gemaakt met Esci 1/72 figuren : Zulu war British infantry


Met wat artistieke vrijheid zijn ze te gebruiken als KNIL troepen in Atjeh of Lombok.

Als ondergrond heb ik het deksel van een jampot gebruikt met daarop een heuveltje gemaakt van DASklei. Grasmat van Hegi


De Lombokexpeditie van 1894 is één van de bloedigste acties uit de geschiedenis van het KNIL, waarbij aan Nederlandse kant zware verliezen werden geleden.Pas nadat versterkingen waren aangekomen vanuit Java konden op Lombok de Balinese troepen worden verslagen.










donderdag 29 oktober 2020

Huzaren nr 6 klaar.

 Dit project is nu klaar.

Ondergrond gemaakt met gips, Hegi static grass,pastelkrijt en Humbrolverf




maandag 26 oktober 2020

Vervolg bouw diorama Huzaren nr 6 Quatre Bras

 Na een hele tijd niets aan deze figuurtjes gedaan te hebben nu weer verder met dit project. Een welkome afwisseling na de 54 mm figuren.

Het begin staat op 1 december 2016

.https://dutchuniformsinminiature.blogspot.com/2016/12/huzaren-nr-6-in-172-1815.html

De overige figuren zijn nu geschilderd.







Nu gaan we verder met de ondergrond