dinsdag 16 maart 2021

Lansier regiment nr 1 1845 deel 2

 Dit is een bewerking van een artikelenserie zoals deze verschenen is in "De Tinnen Tafelronde"


In de eerste aflevering heb ik het schilderen van het paard uit de doeken gedaan, in deze aflevering laat ik zien hoe ik in het algemeen mijn figuren schilder.

Ik heb al diverse lansiers gemaakt: De rode lansier 1815, de lansiers van regiment nr 10 tijdens de Belgische opstand, een lansier 1845 in de blauwe uitmonstering en dan nu (weer) een groene van het eerste regiment.

Het figuurtje is opnieuw afkomstig van onze vereniging. ( helaas niet meer verkrijgbaar) Ik kon er nog net één te pakken krijgen.



 

Deze keer ga ik hem niet veel veranderen, wat ik vaak wel doe. Alleen de snor ga ik extra aanzetten.

De lans wordt voorlopig weggelaten, want het is de bedoeling dat hij het paard bij de teugels houdt.

Als referentie gebruik ik de volgende afbeelding afkomstig uit  collectie van  de New York Public Library

https://digitalcollections.nypl.org/items/510d47d9-550c-a3d9-e040-e00a18064a99





Allereerst krijg het figuur een coating van grijze grondverf. Gewoon uit een spuitbus. Hierdoor blijft de acrylverf van Vallejo later beter zitten.

Daarna krijgt zijn gezicht een grondlaag van Vallejo 70.845 Sunny skin tone met wat 70.877 Gold brown.

Daarna schilder ik het gezicht met olieverf.

Gebruikte kleuren:

Rembrandt transparant oxiderood,

Van Gogh: Paynes grey,

Van Gogh: gebrande Sienna

Van Gogh:Titanium Wit

Winsor and Newton is een heel goed alternatief.

Die hebben ook een studievariant: Winton.

Ik gebruik hoofdzakelijk penselen van Da Vinci junior. Deze zijn van goede kwaliteit en niet al te duur. Ik heb gemerkt dat penselen ontzettend snel slijten  bij metalen figuren. Dan vervang ik liever bij elk figuur de penselen in plaats van met een steeds slechter penseel door te gaan. Marterhaar ed kan prima, maar die penselen vind ik te duur voor dit werk. Hooguit gebruik ik die om kleine details te schilderen.

Als eerste een mengsel van wit met een beetje oxiderood en burned sienna, ook een tipje Alazarin grimson voor het rood. Dun aanbrengen, daarna penseel droogmaken op een doek en daarna de aangebrachte laag uitstrijken. Dit proces herhaal ik diverse malen zodat er uiteindelijk een heel dun laagje overblijft. Tussendoor geen terpentine gebruiken. De kwast moet droog blijven.

Hierna extra accenten aanbrengen in de donkere delen met Sienna en oxyderood.

Hoe dit precies gaat, kan ik moeilijk verwoorden.

Het is oefenen, oefenen, oefenen.

Tip: gebruik de oude plastic 1/32 figuren van Airfix of Matchbox om daarop gezichten te oefenen. Als die mislukken is er geen duur metalen figuur verspild.

Ik leer nog met elk nieuw figuur en ik doe deze hobby al tientalen jaren.

Het valt mij op dat ik veel geschilderde figuren ziet met geschilderde ogen. Ik weet niet wat daarvan de reden is. Ik heb nog nooit een soldaat te velde gezien met wijd opengesprede ogen. Ze lopen buiten in de zon, er bestonden nog geen zonnebrillen, dus de ogen waren eigenlijk altijd toegeknepen.

Ook speelt de schaal een rol. De meeste figuren zijn 1/54. Dat betekent dat je het figuur ziet alsof hij een aantal meters van je af staat.  Alleen bustes van schaal 1/6 o.i.d. mogen realistisch geschilderde ogen hebben. Hoe kleiner de schaal hoe minder oog. Bij mijn 1/72 figuren is het helemaal niet meer zichtbaar.

De ogen van de lansier zijn in het gegoten model heel mooi weergegeven. Dat maakt het makkelijk om met een streepje Payne’s grey de ogen aan te geven. Geen Wit gebruiken!

Onder het oog de oogwallen accenturen  en de oogkas boven het oog met licht en donker zorgt er al voor dat de ogen gaan spreken.




Soms denk ik dat ik alleen maar aan het aaien ben in plaats van verven. Zo subtiel en zachtjes moet je de verf aanbrengen. Het is echt “fijnschilderen op de millimeter”

Pas als het gezicht goed is ga ik verder. Als is de rest van je figuur nog zo mooi geschilderd, als het gezicht niet klopt is het waardeloos. Toeschouwers letten allereerst op de gezichten.

 

In al de jaren dat ik bezig ben met figuurschilderen heb ik veel gekeken naar de grote meesters op dit gebied.

Waar ik het meest door beïnvloed ben zijn Sheppard Paine en Bill Horan. Ik denk dat de meesten onder ons wel eens figuren van deze grootmeesters hebben gezien.

Mijn schildertechniek is drastisch verbeterd na het intensief bestuderen van het werk van Bill Horan en het lezen van zijn artikelen.  Bill Horan gebruikt voornamelijk Humbrol verf. Dat heb ik in het verleden ook gedaan. Mits goed gebruikt kun je ook met Humbrolverf heel goed de kleuren en tinten in elkaar werken. Ik heb eens een Red Lancer zo geschilderd en daarmee de tweede prijs op de IPMS nationals gewonnen.

Omdat de moderne Humbrolverven heel anders van samenstelling zijn geworden, kun je daar bij het figuurschilderen niets mee beginnen. Het droogt nog langzamer en het ergst van alles is dat het niet meer mat opdroogt. Ik gebruik het alleen nog voor een basislaag en dan haal ik met een cocktailprikker de dikke prut onder uit het potje.

Ik heb eerst met Citadelcolors gewerkt. Prima acrylverf. Alleen droogde de verf heel snel op in de potjes. Je werkt met leuke kleuren: Vomitbrown, snotgreen, bonewhite enz.

Tegenwoordig gebruik ik Vallejo kleuren en Revell. Revell heeft een aantal basiskleuren en die dekken goed, drogen mat op. Vallejo heeft vreselijk veel kleuren en droogt mat op als je voldoende water gebruikt. Bij Vallejo is het de kunst om in lagen te werken. Dunne transparante lagen waarbij de onderliggende kleur  meewerkt in de uiteindelijke kleur.

Experimenteren op goedkope plastic figuren is een goede manier om de eigenschappen van diverse kleurschakeringen onder de knie te krijgen.

Wat tips bij het schilderen van dit figuur:

Chapka geverfd met 70.950 Black en 70.953 Flat Yellow// Lufthansa yellow van Revell en een glaceerlaag met Rembrandt olieverf yellow middle

Goudkleur:eerst 70.981 Orange brown, daarover goudkleur 94 van Revell enamel paint. Ik vind de goudverven van Humbrol en Revell enamel het fijnst om mee te werken. Het pigment is volgens mij veel fijner.Voor zilver gebruik ik ook Humbrol

Pluim: basislaag van 70.907 palegrey blue, daarna highlighten met wit. Ik doe diverse transparante laagjes.





Schaduwen in de plooien aanbrengen met het transparante mengsel met wat zwart. Hou het subtiel.

Opliggende delen van de kleding met groen, gemengd met wit doen. Ook weer zo transparant mogelijk. Liever meerdere laagjes dan in één keer een dikke laag.

Her verdere detaileren ga ik niet beschrijven. Veel gaat op gevoel. Zorg voor voldoende kleine penselen, liefst 5/0. Kijk naar fimpjes op youtube van andere figurenschilders. Blijf oefenen en experimenteren.

Schilderen van wit: Ik gebruik nooit puur wit maar een mengel van Bonewhite(Game color 72.034) en 70.918 Ivory. Ook weer diverse laagjes. Highlighten met puur wit. Langs de bovenrand van de riemen trek ik altijd een dun lijntje puur wit. Dit steekt dan mooi af tegen het gebroken wit.

Op de giberne staat het nummer 2, dat schuur ik eraf en vervang dat een Historex nummer 1.

Ook plak ik een extra Historex gesp aan de achterkant.

De broek bestaat aan de binnenkant uit leer. Dat verf ik donkergrijs.

 


Op het originele figuur ontbreken de vangsnoeren, de spiegels en de aiguilettes. Die heb ik gemaakt van koperdraad. Drie draadjes in elkaar vlechten of in elkaar draaien. Ik gebruik geen katoen of iets dergelijks. Het resultaat met koperdraad is veel mooier.

De kinband heb ik ook gemaakt van koperdraad. Eerst heb ik een speld genomen, daar het koperdraad strak omheen gedraaid. Vervolgens voorzichtig van de speld schuiven en met een tangetje plat drukken. Nu lijkt het net schakels van een ketting.



Of alle snoeren correct lopen weet ik niet. Ik kan hier heel moeilijk informatie over vinden. Het is een kwestie van goed kijken op oude prenten, maar dan nog…

 

 

En dan is de lansier klaar.  In de volgende aflevering ga ik het hebben over het maken van een nieuw zadel en het plaatsen op een ondergrond.


 


 


Lansier regiment nr 1 1845 deel 1


(Dit is een bewerking van een artikelenserie zoals die verschenen is in het blad "De Tinnen Tafelronde" nummer 4 2020)

Vorig jaar heb ik de lansier van regiment nr. 2 uit 1845 gemaakt. Dat was in het blauwe uniform. Ik maak hem nog een keer maar dan in de groene uitmonstering.

Dit uniform heb ik ook al eens gemaakt in uitvoering van 1830, de Belgische opstand/. Maar dit figuur heeft de nieuwere vorm van tsjapska.

Omdat ik niet twee dezelfde houdingen wil hebben, maak ik dit figuur staande naast een paard. Zo hoef ik niet te gaan zitten snijden en plakken in de tinnen figuur en staande naast het paard krijgt het toch een andere uitstraling.





Het paard

Deze komt uit mijn Historexvoorraad. Ik heb hem vrij recht – toe-recht-aan gebouwd. Wel lang bezig geweest met vijlen en schuren. De Historexpaarden blinken nu eenmaal niet uit in een geweldige, naadloze pasvorm.

Basisbewerking

Na plakken en schuren eerst een onderlaag van Humbrol licht bruin gegeven en daarna een eerste laar Vallejo acryl: brown sand. (70.876)



En daarna weer schuren en schuren, omdat je door de verflaag de kleinste oneffenheden ziet.

Als alles echt klopt en de naden weggewerkt zijn,, komt er weer een laag brown sand en daarna de eindafwerking met olieverf.

Ik gebruik de volgende kleuren bij dit paard:

Rembrandt transparant oxide rood,

Winsor and Newton  Raw sienna,

Rembrandt transparant oxide bruin

Lucas  Vleeskleur

 

De merken maken niet veel uit. Deze tubes gebruik ik bij mijn andere hobby: kunstschilderen.

Wil je er niet teveel geld aan uitgeven, kies dan voor van Gogh. Mindere soorten ( action, kwantum e.d. werken echt niet!!)

Hoe beter de kwaliteit van je verf, hoe makkelijker het werken ermee lukt.

Uiteraard kan je ook  andere tinten gebruiken. Hangt van het paard af wat je wil maken.

Op internet vind je veel foto’s van paardenrassen. Ik gebruik zo’n foto als referentie


bron:picobellohorses.com)

 

Het paard wordt eerst egaal geschilderd met een mengsel van  Raw sienna, oxide rood en een beetje Vleeskleur.  Niet te dik opbrengen en heel belangrijk…..onverdund. Na op brengen met een zachte grote kwast alles egaal uitpoetsen.

Nu breng ik met Oxidebruin een eerste donkere accenten aan. Op de rug, tussen buik en benen, de nek. Ook dit weer met een droge zachte kwast uitpoetsen( blenden).

 

 

Nu laat ik het paard drogen. Bij olieverf werk je in transparante lagen ( glaceren) en dan is het superbelangrijk dat de lagen echt droog zijn voordat je verder gaat. Dit duurt meestal een paar dagen. Omdat de verf heel dun is opgebracht, duurt het niet zo heel lang.

Ja, maar: olieverf glimt zo”

Dat is een misvatting. Alleen als olieverf te dik is opgebracht en er medium is gebruikt. Omdat de eerste kleurlagen geen olieverf zijn, werk je met transparante lagen olieverf. Die drogen vrijwel mat op.

Is dat niet het geval dan kan je als afsluiting:  “vernis mat á tablaux”van Sennelier gebruiken. Ik verzeker je dat droogt echt mat op.

De gezichten van mijn figuren  worden net zo gedaan. Eerst een grondlaag, dan Vallejo acryl huidskleur, dan transparante laagjes olieverf. Droogt echt mat op.

Afwerking

Na voldoende droging ( mijn paard was de volgende dag al veegdroog) volgt het proces van blenden van kleuren en aanbrengen van accenten.

Gebruikte kleuren:

Payne’s gray van  Gogh olieverf ( een warme kleur grijs)

Burned Umber van Winsor and Newton

Titaniumwhite van Winsor and Newton

En de basiskleuren.

 

Ik kijk goed naar de foto’s van paarden. Let op dat de rug en nek vaak donkerder zijn. Ik gebruik een dun laagje oxidebruin en veeg dat met een zachte kwast weer uit. Ik gebruik hiervoor een dikke zachte kwast. Kwast niet uitspoelen, maar steeds uitvegen op een schone doek. Zo gauw je kwast nat is van terpentine kan je hem niet meer gebruiken voor het blenden.

Detail worden aangebracht met dunne, fijne kwasten en steeds weer uitgepoetst in de ondergrond. Gebruik geen verdunning, maar breng heel dun aan.

Onderste stuk van de benen krijgen een laag payne’s gray en dat wordt naar boven toe in de onderlaag gepoetst.

Kijk weer goed naar foto’s van echte paarden en let op de kleurovergangen bij de hoeven.

De buik krijgt een dun laagje van raw sienna en vleeskleur. Dat weer uitpoetsen naar boven toe. Je ziet nu een verschil in boven en onderkant van de buik en werkt heel realistisch.

Het hoofd wordt met een dunne kwast gedaan. Rond de mond payne’s gray uitwerken in de ondergrond. Highlighten met Vleeskleur. Rond de ogen de hoog liggende delen met vleeskleur highlighten.

Het oog met payne’s gray aanbrengen, daarna bovenste helft van de oogbol een stipje grijs ( payne’s gray met vleeskleur) aanbrengen

Nog een tip: zoals je misschien al opgevallen is gebruik ik hoegenaamd nog geen wit. Wit is namelijk een lastige mengkleur. Het eindresultaat is vaak erg flets. Beter is om een kleur lichter te maken met bv Vleeskleur

De bles op het voorhoofd doe ik met een mengsel van wit met vleeskleur. Die bles moet  wel duidelijk afsteken van de rest.

De manen en staart van dit paard worden gedaan met  Payne’s gray. Maar het hangt van het paardenras af, hoe donker dit moet worden.


Overigens maak ik mij niet zo druk om een ras heel precies na te maken. Ik denk dat militairen toentertijd niet de beschikking hadden over echte raspaarden, of het moesten hoge officieren zijn.

Een gewoon “boerenpaard” lijkt mij realistischer.

Na al dit werk, het paard opzij zetten en goed laten drogen. Leidsels en alle andere zaken worden pas in een later stadium aangebracht.